De 26 arduinen tussenpalen aan de voet van een duinenrij op de Rijksgrens tussen Putte en Berendrecht ter hoogte van de Hollandse dreef, geplaatst in 1888.
De eerste steen is wat groter van formaat dan de volgende 25, deze meet 40x40x100 cm. De aanduiding in het PV is "plaats A".
Ik citeer hier uit het PV: "Dat de grootste der voorbedoelde hardstenen palen geplaatst is op het punt, aangeduid op de kaart behoorende bij het procesverbaal van 3 December 1887 door de letter A en de 25 overige palen zich bevinden op de punten op die kaart aangeduid door de cijfers 1 tot en met 25."

Paal A op de kop gezien.
2
Omdat paal 1 niet meer te vinden is, is dit de eerste van de reeks kleinere tussenpaaltjes.
Nat, nat, natter.
3
Deze paal is afgebroken: het bovenstuk staat los op het stuk dat nog in de grond zit.

5
Hier is duidelijk te zien dat de voet van de duinen (waar de wei begint) een paar meter verder is.


8
Op de kop van elke paal is de grens getrokken. Met de aanduiding N en B.
9. De afmetingen van de paaltjes bedragen 25 x 25 x 100 cm.
Nummer 10 is onder het zand komen te zitten, nog niet erg diep. Met hand heb ik een stukje van de paal bloot gemaakt. De B en de dwarsstreep is zichtbaar geworden.


Deze bijzondere serie paaltjes is neer gezet omdat in 1887 geconstateerd werd, dat de grens niet meer langs de duinvoet liep, zoals oorspronkelijk was vasgelegd.

Citaat: "Uit herhaalde metingen bleek, dat de grens volgens de kadastrale kaarten, op eene enkele uitzondering na, niet loopt langs den voet der duinen, zoals dit in genoemde processen verbaal is beschreven, maar dat die in hoofdzaak zou loopen enkele meters (variërende tot 9 M) meer Noordelijk over de duinen."


De achtergrond gegevens over de paaltjes heb ik van de in de buurt wonende specialist op het gebied van deze paaltjes: Frans Meeùs. Ondanks de heftige regenbuien is hij met mij meegelopen om "zijn" paaltjes te laten zien. Het onderhoud aan de struiken en paadjes, is ook voornamelijk op zijn intiatief. Door hemzelf en andere enthousiastelingen uitgevoerd.


Zo ziet het eruit als de woekerende vogelkers struiken niet worden weggeknipt. Als je dit ziet wordt duidelijk dat deze struik ook wel de bospest wordt genoemd.


Een close up van de ijzeren bordjes die neergezet zijn toen de stenen paaltjes op hun beurt door het oprukkende zand bedolven werden. Onder het bordje zie je nog net een stukje van het labeltje dat Frans Meeùs eraan heeft gehangen, voor als het gekrijte nummer er weer af is geregend.
En de laatste tussenpaal die ons weer vlakbij Gp259 brengt.

Terug naar de serie 251-275
We waren gebleven bij 259 en gaan na de paal A verder naar 259A. Want de volgorde van de nummering van deze paaltjes serie is West-Oost. Dit in tegenstelling tot de hoofdserie, die van Oost naar West gaat.